Als je je uitgerekende datum passeert, zou je denken dat de bevalling ieder moment op gang zou kunnen komen! Jammer genoeg is dit niet bij iedereen het geval, en is er baby er na 42 weken nog niet. Na de 42 weken zwangerschap te zijn gepasseerd kan het zijn dat de placenta niet meer goed genoeg werkt, wat niet wenselijk is voor je kindje. Er wordt dan dus vaak gekozen voor het inleiden van de bevalling. Maar er zijn ook nog wat andere redenen waarom een bevalling moet worden ingeleid!

Redenen voor het inleiden van de bevalling

• 42 weken gepasseerd.

Naast het passeren van de 42 weken zwangerschap, kunnen er ook nog andere factoren een rol spelen bij het moeten inleiden van de bevalling. Zo kan het bijvoorbeeld zo zijn dat je vliezen gebroken zijn, maar de weeën maar niet komen. Wanneer de vliezen gebroken zijn, krijgen bacteriën een grotere kans om bij je kindje te komen. Bij langdurig gebroken vliezen zonder weeën kan de bevalling dus worden ingeleid. Er wordt normaal gesproken 24 tot 48 uur gewacht op weeën na het breken van de vliezen, voordat er overwogen wordt om de bevalling in te leiden. Dit kan echter verschillen per ziekenhuis.

• Groeivertraging baby.

Groeivertraging van je baby kan er ook voor zorgen dat de bevalling moet worden ingeleid, net zoals een verminderde werking van de placenta. De placenta, ofwel moederkoek zorgt door zuurstof- en voedingstoevoer naar je baby, en dus is het een uiterst belangrijk zwangerschapsorgaan. Als hij niet meer optimaal werkt, kan de bevalling worden ingeleid. Ook bij andere medische complicaties, bijvoorbeeld bij een te hoge bloeddruk of gebrek aan vruchtwater, kan de bevalling worden ingeleid.

Meestal kan de verloskundige zonder medicatie helpen je bevalling op gang te brengen. Dit gebeurt door te strippen. Door de strippen kan de verloskundige inwendig onderzoeken of de baarmoedermond al soepel is en ontsluiting is. Bij het strippen woelt de verloskundige met haar vingers de vliezen van de baarmoedermond los (zonder ze te breken!). Hierbij komen hormonen vrij (prostaglandines) die nodig zijn om de bevalling op gang te brengen.

Proces van het inleiden van de bevalling

• Baarmoedermond voorbereiden

Heeft strippen niet gewerkt en is de baarmoedermond nog niet natuurlijk verweekt en verstreken? Dan moet dit kunstmatig worden gedaan, wat primen heet. Bij het primen wordt er het weeënopwekkende hormoon prostaglandine vaginaal ingebracht. Soms kan er echter ook gebruik worden gemaakt van een ballonkatheter: een soort ballonnetje met steriel water om de baarmoedermond te laten openen. Bij het primen van de baarmoedermond kan het soms zijn dat de weeën op gang komen, maar is dit niet het geval dat wordt er verder gegaan met het breken van de vliezen.

• Breken van de vliezen

Na het primen van de baarmoedermond zullen de vliezen moeten worden gebroken. Dit is pijnloos. Je verloskundige of gynaecoloog maakt hierbij een kleine opening in de vliezen waardoor het vruchtwater naar buiten stroomt. Het wegstromen van het [vruchtwater](vruchtwater-alles-wat-je-moet-weten( is belangrijk, want zo kan het hoofdje van je kindje makkelijker tegen de baarmoedermond drukken waardoor de weeën op gang kunnen komen. De eerste weeën zouden dus op gang kunnen komen na het breken van de vliezen.

• Opwekken weeën

Zijn de weeën nog niet op gang gekomen na de vorige stappen, dan worden ze kunstmatig opgewekt. Het opwekken van de weeën gebeurt door het toedienen van oxytocine via een infuus, voordat de vliezen zijn gebroken. De oxytocine helpt bij de stimulatie van de weeën. Je krijgt dus een infuus, maar ook word je aangesloten op het CTG-apparaat om zo de conditie van je kindje in de gaten te houden door middel van het registreren van zijn hartslagen. Gedurende de gehele bevalling blijf je aan het infuus met oxytocine, omdat de weeën niet altijd even goed op gang komen bij een ingeleide bevalling.

Gevolgen van het inleiden van de bevalling

Er zijn wat verschillen tussen een natuurlijke en een ingeleide bevalling. Vaak is de ingeleide bevalling een stuk heviger en pijnlijker. Maar de pijn en intensiteit hangt wel weer af van de reactie op het hormoon dat wordt toegediend, waardoor de reactie op de weeën voor iedereen anders is. Sommige vrouwen kunnen heftig reageren op de inleiding en terechtkomen in een weeënstorm, maar dit kan bij een natuurlijke bevalling uiteraard ook voorkomen. Is dit bij een ingeleide bevalling het geval, dan wordt het infuus altijd lager gezet.

Met het inleiden van de bevalling wordt het natuurlijke proces een handje geholpen. Dit kan de kans op bijvoorbeeld een keizersnede mogelijk verhogen. Vraag je verloskundige dus altijd naar de gevolgen die het inleiden van de bevalling kan hebben.