Eisprong wordt ook wel ovulatie genoemd. Tijdens de eisprong komt er een eicel vrij uit je eierstok. Tijdens de eisprong zijn vrouwen vruchtbaar en kunnen ze zwanger worden als ze vrijen en de eicel in aanraking komt met sperma.
Wanneer vindt de eisprong plaats?
Over het algemeen vindt de eisprong meestal halverwege de menstruatiecyclus plaats. Bij een regelmatige cyclus van 28 dagen is dat rond dag 14. Maar veel vrouwen hebben een kortere of langere cyclus (van 23 tot wel 35 dagen) en ook het tijdstip van de eisprong binnen de cyclus kan variëren. Dus er is geen exact moment aan te geven voor wanneer de eisprong plaatsvindt. Je lichaam geeft wel signalen waaraan je kunt merken dat je gaat ovuleren.
Aan welke signalen herken je de eisprong?
- Je lichaamstemperatuur daalt licht en stijgt daarna weer
- Je hebt meer afscheiding en je slijm is vaak meer doorzichtig en wit van kleur. De structuur is ook vaak dikker dan je gewend bent, wat je vaak merkt je tijdens het plassen.
- Je kunt een lichte pijn of kramp in je onderbuik voelen
- Je libido is hoger en je hebt vaak meer zin in sex
- Je vagina en vulva kunnen wat meer gezwollen zijn
Lees ook:
Vruchtbare dagen berekenenHoe kan ik mijn eisprong berekenen?
Er zijn een aantal manieren om te berekenen wanneer je gaat ovuleren:
- Houd een kalender voor je menstruatiecyclus bij, zodat je inzicht krijgt in hoe jouw cyclus verloopt en wanneer je ovuleert. Dit kan lastig zijn als je een onregelmatige cyclus hebt, maar ook dan zijn er andere manieren om er achter te komen wanneer je ovuleert.
- Luister goed naar je lichaam. Bij veel vrouwen geeft het lichaam een signaal wanneer je ovuleert in de vorm van pijn of krampen in je onderbuik, meestal aan één zijde. Deze pijn wordt veroorzaakt door de afgifte van een eicel uit de eierstok. Hoe alerter je hierop bent, hoe sneller je dit signaal van je lichaam zult opvangen.
- Houd je baarmoederhals in de gaten. Wanneer je ovuleert en er een eicel uit de eierstok wordt vrijgegeven begint ook de positie van de baarmoederhals te veranderen. Om de kans op een bevruchting van de eicel zo groot mogelijk te maken trekt de baarmoederhals zich terug, wordt een beetje zachter en opent het zich meer om het sperma beter haar weg te laten vinden naar de baarmoeder. Sommige vrouwen kunnen deze veranderingen makkelijker voelen dan anderen. Controleer dagelijks je baarmoederhals met een of twee vingers en houd je observaties bij.
- Koop een ovulatietest of vruchtbaarheidstest. Met een ovulatietest bereken je jouw LH-piek. Je ovulatie begint namelijk precies één of twee dagen na je LH-piek. Deze piek kun je berekenen door voor jouw ovulatietest een teststaafje in je urine te dopen. Op het teststaafje zie je twee lijntjes staan. Deze lijntjes moeten allebei een donkere kleur hebben. Als deze allebei donker zijn, begint je ovulatie dus na 1 of 2 dagen en ben je in je vruchtbare periode.
- Houd je basale lichaamstemperatuur in de gaten met behulp van een ovulatiethermometer.
Lees ook:
Baarmoedermond voelen en zwanger worden